Borstverkleining – Borstlifting
Borstverkleining – Borstlifting
Borstverkleining: voor & na
Borstlifting: voor & na
Waarom kiezen voor een borstverkleining of borstlifting?
Het verschijnsel van borsthypertrofie of (te) grote borsten kan verklaard worden vanuit familiale aanleg, kan ontstaan zijn tijdens de puberteit en kan samengaan met overgewicht. Borsthypertrofie geeft niet zelden aanleiding tot persoonlijk leed, zoals schaamte en een gevoel van verminderde eigenwaarde, maar kan ook functionele fysieke problemen veroorzaken, zoals rugpijn, huidirritatie onder de borsten, en zo meer. Een borstverkleining biedt in dergelijke gevallen een welgekomen en definitieve oplossing.
Doorhangende borsten (= ‘ptose’) ontstaan vaak na een of meer zwangerschappen met of zonder borstvoeding, soms ook na belangrijk gewichtsverlies. Dit verschijnsel kan volledig losstaan van borsthypertrofie (te grote borsten).
Als u nog een kinderwens hebt, verdient het aanbeveling de borstcorrectie uit te stellen tot na de laatste (geplande) zwangerschap, dit teneinde het blijvend resultaat te behouden.
De ingreep gebeurt onder algemene verdoving in het ziekenhuis. Een borstlifting gebeurt doorgaans in dagopname en een week later bent u in staat om uw normale activiteiten te hervatten. Voor een borstverkleining verblijf je één nacht in het ziekenhuis. Hiervoor is vaak een 1 à 2 tal weken werkverlet aangewezen. Een sportverlet van 4 weken en zwemmen kan terug na 6 weken.
De ingrepen om beide problemen (te grote borsten en/of doorhangende borsten) te corrigeren worden respectievelijk borstreductie (borstverkleining) en mastopexie (borstlifting) genoemd.
Beide operaties verlopen ongeveer volgens hetzelfde principe. Enerzijds wordt de vorm van de borst gecorrigeerd en de tepel opnieuw in een jeugdiger of hogere positie geplaatst, anderzijds wordt – en dan vooral bij een borstverkleining – een hoeveelheid borstweefsel weggenomen. Het spreekt vanzelf dat dit niet kan zonder insnede in de huid. Maar het is nu precies de taak van de plastisch chirurg om de littekens zodanig te situeren dat ze onopvallend blijven.
Zowel voor een borstreductie als voor een borstlift zijn verschillende chirurgische technieken mogelijk. Naargelang het type borst dat u hebt, zal de ene techniek beter geschikt zijn dan de andere. Uw chirurg zal dit uiteraard eerst grondig met u bespreken.
Om de tepel naar boven te verplaatsen is een littekentje rondom het tepelhof onvermijdelijk. Soms volstaat dit om het gewenste resultaat te bekomen (figuur 3). Meestal echter moet de chirurg ook een hoeveelheid huid wegnemen aan de onderpool van de borst, en dat kan hij alleen door een litteken te maken van het tepelhof naar de onderzijde van de borst (figuur 2). Al naargelang de hoeveelheid huid die verwijderd dient te worden, komt hier doorgaans nog een horizontaal litteken bij (figuur 1), dat redelijk goed verborgen blijft in de plooi onderaan de borst. Bovendien verbleken de littekens na verloop van tijd (6-12 maand) en nemen ze in zoverre de huidskleur aan dat ze enkel nog maar van heel dichtbij te detecteren zijn. Omdat de tepel verplaatst moet worden, kan het gebeuren dat een aantal zenuwtjes naar de tepel onderbroken raakt. Het is dus mogelijk dat de gevoeligheid van de tepel na borstverkleining of borstlifting verminderd is ten opzichte van ervoor. Na een borstverkleining kan het ook dat borstvoeding niet meer mogelijk is, als gevolg van het doorsnijden van de melkkanaaltjes. Dat is echter afhankelijk van de gebruikte techniek. Sommige technieken laten wél nog borstvoeding toe. Maar welke techniek ook gekozen wordt, een borstverkleining of een borstlifting heeft geen enkel nadelig gevolg voor de verdere gezondheid van uw borst.
Voor de ingreep
Voor de ingreep wordt een echografie en mammografie (een radiologisch onderzoek van het borstklierweefsel) uitgevoerd, teneinde het bestaan van mogelijke gezwellen uit te sluiten. Dat onderzoek is niet nodig als u recentelijk (< 6 maand) een mammografie onderging.
Tijdens de pre-operatieve raadpleging van de dienst anesthesie wordt bepaald welke voorbereidende onderzoek nodig zijn (zoals bijvoorbeeld bloedonderzoek, elektrocardiogram, röntgenopname van de longen). De nodige afspraken hiervoor worden dan geregeld.
Indien U rookt heeft U er alle belang bij om hiermee te stoppen: minstens 3 weken voor en bij voorkeur blijvend na ingreep (of minimaal ook 3 weken). Dit teneinde een optimale wondheling te hebben. Voor een borstreductie of een borstlift is een rookstop zelfs van extreem belang. Om het tepelhof te kunnen verplaatsen, moet ze gedeeltelijk van de onderliggende klier losgemaakt worden. Hierdoor vermindert in geringe mate de bloedvoorziening naar het tepelhof. Wanneer nu als gevolg van het roken de bloedvaten vernauwd raken, vertraagt dat niet alleen de genezing van de wonde maar kan dat zelfs, in extreem geval, leiden tot verlies van tepel en tepelhof!
Een drietal dagen voor de ingreep douchen met Hibiscrub® om de huid voor te bereiden en het infectie risico te verlagen.
Gezien de ingreep doorgaat onder algemene verdoving, moet u nuchter blijven vanaf middernacht vóór de ingreep. Dit betekent: niet meer eten noch drinken vanaf middernacht, behalve voor het innemen van eventuele essentiële medicatie. Hierover wordt u tijdens de pre-operatieve consultatie anesthesie uitgebreid geïnformeerd.
In het ziekenhuis is inmiddels een kamer voor u gereserveerd. Bij de opnamedienst regelt u eerst nog enkele administratieve zaken en vervolgens wordt u in afwachting van de operatie naar uw kamer gebracht. Even voor de operatie maakt u kennis met uw anesthesist, de arts die u onder verdoving brengt en u gedurende de hele ingreep begeleidt. Mocht er bij eventuele vorige ingrepen iets abnormaals voorgevallen zijn, dan kunt u dit best aan de anesthesist melden.
Dan komt uw plastisch chirurg, die met een stift op uw borst de precieze zones aftekent waar hij straks insneden zal maken. Zijn er nog vragen, dan is dat nu het moment. Even later krijgt u een middel toegediend om de operatie rustig tegemoet te gaan. Ten slotte wordt u naar de operatiekamer gevoerd en in slaap gebracht.
Gedurende twee weken voor en twee weken na de operatie neemt u beter geen bloedverdunners en/of pijnstillers als Aspirine en raden we ook vitamine E en het eten van look af, aangezien die stoffen het bloed wat kunnen verdunnen en bijgevolg nabloeding in de hand kunnen werken.
De ingreep
Afhankelijk van de uitgebreidheid van de borstverkleining of lifting en van de individuele details, duurt de ingreep iets meer of iets minder dan twee uur. De chirurg maakt tepel en tepelhof vrij en verplaatst deze naar de gewenste positie. Bij een borstverkleining wordt een hoeveelheid borstweefsel en huid weggenomen aan de onderzijde van de borst (grijs op de figuur). Beide manoeuvres hebben tot gevolg dat een aantal zenuwtjes naar de tepel kunnen onderbroken worden. Zoals gezegd kan dat de gevoeligheid van de tepel verminderen.
Tijdens de ingreep wordt de patiënte in zittende houding gebracht, zodat de chirurg de positie van de tepel zo ideaal mogelijk kan preciseren en de borsten zo symmetrisch mogelijk vorm kan geven.
Aan het eind van de ingreep plaatst hij in de wonde beiderzijds een fijn plastic buisje (‘drain’), dat eventuele nabloeding en overtollig wondvocht naar vacuüm flesjes afvoert. Deze buisjes worden doorgaans de dag nadien verwijderd, zodat u steeds zonder drain naar huis kan.
De chirurg sluit de wonden inwendig zorgvuldig in lagen met oplosbare hechtingen. Uitwendig wordt een laagje huidlijm aangebracht. Dit zal de wondnaden gedurende de eerste weken beschermen. Op deze manier kan je reeds douchen daags na de ingreep (bij voorkeur met Hibiscrub®).
Na de ingreep
U blijft na de ingreep nog even in de ontwaakruimte. Als u door de anesthesist ontslagen wordt, keert u terug naar uw gewone kamer.
Borstverkleining en borstlifting zijn geen bijzonder pijnlijke ingrepen. In de eerste uren krijgt u nog pijnstillers toegediend via het infuus (de baxter), maar daarna volstaat een gewoon paracetamolpreparaat (zoals bijvoorbeeld Dafalgan®). Daarnaast wordt door de chirurg op het einde van de ingreep een verdovend product in de borst ingebracht waardoor je zo goed als pijnvrij bent de eerste 12 tot 24 uur.
Een borstlifting gebeurt doorgaans in dagopname, dus u kan de de dag zelfs reeds het ziekenhuis verlaten. Bij een borstverkleining zal de chirurg ‘s anderendaags oordelen of de plastic drainagebuisjes verwijderd mogen worden. Zo ja, dan mag u al in de voormiddag naar huis. Geven ze nog teveel wondvocht af, dan moeten de buisjes nog even blijven zitten.
Op alle wondjes is huidlijm aangebracht zodat je reeds daags na de ingreep kan douchen (bij voorkeur met Hibiscrub®). Als verband gebruik je een sportbeha waarin je thv elke borst los een absorberend kompres plaatst. Deze sportbeha wordt door het ziekenhuis voorzien. Deze elastische beha dien je een drietal weken dag en nacht te dragen om de borst te ondersteunen.
Een week na de ingreep komt u op wondcontrole. De huid van uw borsten zal op bepaalde plaatsen lichtjes blauw tot paars verkleurd zijn als gevolg van bloeduitstortingen die door de ingreep opgewekt werden. Geen zorg echter, de kleuren vervagen geleidelijk in de weken erna.
Een drietal weken na de ingreep wordt de huidlijm verwijderd en zijn alle wondjes zo goed als genezen. Vanaf dan moet u wel het litteken nog gedurende drie à zes maanden hydrateren met een “littekencrème” die zal worden voorgeschreven (bv. Cicaplast® of Cicalfate®). Een en ander zorgt er ook voor dat het litteken sneller ‘uitrijpt’, dat wil zeggen, vlugger bleek en soepel wordt. Gedurende de eerste maanden zal het litteken nogal rood/rozig zijn en wat harder aanvoelen, maar die naweeën verdwijnen langzaam maar zeker.
De borst zelf zal ongeveer een maand lang vrij vast en hard aanvoelen, maar geleidelijk aan herwint ze haar vroegere soepelheid. Bracht de chirurg tijdens de ingreep enkel een verticaal litteken aan (dus van de tepelhof naar onderen toe), dan kan het zijn dat de borsthuid daar in het begin nog wat gerimpeld is. Die rimpeltjes verdwijnen in de eerste zes weken. Het herstel van de gevoeligheid van tepel en tepelhof neemt omtrent drie à zes maanden tijd in beslag.
Na 4 weken mag u terug sporten en na 6 weken mag u terug zwemmen en baden.
Vanaf 1 jaar na de ingreep mag opnieuw een mammografie worden uitgevoerd.